NRC
Lees hier het artikel uit de NRC over deze studie
Het gaat goed met de GGZ-sector. Althans, dat is de conclusie die je op het eerste gezicht trekt bij het lezen van jaarverslagen van GGZ-aanbieders. De praktijk lijkt anders te zijn. Verschillende aanbieders geven aan dat hun financiële positie sterk onder druk staat en dat zij moeite hebben om het hoofd boven water te houden.
In deze studie bespreken we de financiële gezondheid van grote geïntegreerde GGZ-aanbieders. Gaat er achter de positieve cijfers inderdaad een andere wereld schuil? In hoeverre is de financiële positie van aanbieders duurzaam verstevigd door verzilvering van hun operationeel resultaat? En in hoeverre is het een tijdelijke verbetering door het verkopen van hun tafelzilver: het vastgoed? Welke verschillen zijn er tussen aanbieders en wat zijn de geleerde lessen voor het duurzaam verbeteren van de financiële positie van de sector?
Tussen 2011 en 2017 is de solvabiliteit, een maat voor financiële weerbaarheid, van de grote geïntegreerde GGZ-aanbieders gegroeid met 7,4 procentpunt (Figuur 1). De duurzaamheid van deze toename in financiële weerbaarheid blijkt echter beperkt. Incidentele bijdragen, voornamelijk uit vastgoedverkoop, zijn veruit de belangrijkste reden voor de verbetering van de financiële gezondheid. Ze zorgen voor ruim 80% van de toename in solvabiliteit. De bijdrage uit de normale bedrijfsvoering – het leveren van zorg – is minimaal. Dit zien we ook terug als we het resultaat van aanbieders corrigeren voor de incidentele opbrengsten: het resultaat zakt dan naar de nullijn. Dit betekent dat wanneer de incidentele opbrengsten zijn verdampt, bijvoorbeeld doordat al het vastgoed is verkocht, de financiële weerbaarheid van aanbieders juist weer zakt.
Figuur 1. GGZ-aanbieders hebben solvabiliteit verbeterd door een combinatie van resultaat uit boekwinst, verkorting balans en resultaat uit bedrijfsvoering. NB in de post verkorting van balans zit ook het effect van herwaarderingen en stelselwijzigingen, verantwoordelijk voor <1 procentpunt van de solvabiliteitsverbetering.
Als we kijken naar individuele aanbieders zien we dat vrijwel alle grote geïntegreerde GGZ-aanbieders (20 van de 23) incidentele opbrengsten hebben die bijdragen aan het verbeteren van hun solvabiliteit. Meer dan de helft van de aanbieders heeft los van de incidentele bijdragen een gezonde financiële bedrijfsvoering. De overige aanbieders lijden echter verlies op de bedrijfsvoering. Sommige kunnen dit verlies opvangen met incidentele opbrengsten. Vier aanbieders zagen hun solvabiliteit zelfs afnemen, ondanks de incidentele opbrengsten.
Op basis van de analyses in de studie en gesprekken met bestuurders van GGZ-aanbieders trekken we drie lessen voor het duurzaam verbeteren van de financiële positie van de sector:
Lees hier het artikel uit de NRC over deze studie
Lees hier het artikel op Skipr over deze studie